Pionieren met spelprikkels in Gent

Speelkansen integreren in woonstraten en erfgoedruimtes

Eind de jaren 1990 was de Stad Gent voortrekker met de lancering van het idee van een ‘speelruimteweb’, dat later evolueerde tot het concept kind- of tienerweefsel. Ondertussen zijn we bijna vijfentwintig jaar verder en legt de stad samen met Kind & Samenleving de laatste hand aan een vernieuwde Toekomstvisie kinderen en jongeren in de publieke ruimte. Een mooie aanleiding om binnen ons vormingsaanbod ‘ABC voor een Speelruimtebeleid’ een fietstocht te organiseren met Gent als gaststad.

Door Wouter Vanderstede

In dit beeldverslag bekijken we enkele realisaties op twee domeinen waar het realiseren van een kind- en tienerweefsel nog steeds grote uitdagingen stelt:

  • Spelprikkels integreren in straten
  • Speelruimte realiseren in erfgoedlandschappen

Dit zijn twee domeinen waarin de Stad Gent verder ‘pioniert’ en in de praktijk uittest hoe principes en ideeën voor kindvriendelijk ontwerp gerealiseerd kunnen worden.

Spelprikkels in de straat

De Stad Gent zet al jaren in op een ander soort woonstraten, die veel meer groene en beleefbare ‘woonerven’ zijn. Een pioniersproject was de ‘rode loper’ in de Aambeeldstraat binnen het stadsvernieuwingsproject Zuurstof in de Brugsepoort. De laatste tijd wordt daarbij ingezet op ontharding en vergroening, maar ook extra op spelprikkels. Dit past in de realisatie van kind- en tienerweefsels, maar het bredere doel is om woonstraten een grotere verblijfskwaliteit te geven.

De inpassing van spelprikkels in een straat stelt wel heel wat uitdagingen op vlak van veiligheid, ruimte-inname en voldoende speelwaarde. Alle objecten moeten op de centimeter goed worden geplaatst, zowel om de speelwaarde (bijv. optimale springafstanden) als de veiligheid te garanderen.

Bij elke spelprikkel stelt zich de vraag of het een formeel of informeel speelobject moet worden. Voor de regelgeving maakt dit een groot verschil: een expliciete spelprikkel valt onder de wetgeving voor veilige uitbating van speelterreinen. Gewoon straatmeubilair, dat door een doordachte plaatsing ook speelwaarde kan hebben, niet noodzakelijk. In de praktijk blijkt het verschil tussen beide eerder een grijze zone. Maar in beide gevallen moet je sowieso een degelijke risico-analyse uitvoeren zodat alles een voldoende veiligheidsniveau bereikt. Dit blijft een zoektocht: de Stad Gent zal er verder onderzoek naar doen en is benieuwd naar ervaringen van andere steden en gemeenten.

Mobiele speelcontainers

Het oorspronkelijke idee van de speelcontainers is om spelprikkels te voorzien in dichtbebouwde plekken in de stad waar géén speelzones zijn en de ruimte schaars is. Vandaar het idee om een parkeerplaats in te wisselen voor een speelcontainer. Hiermee kan de stad in elke straat (tijdelijk) een spelprikkel aanbieden. In de praktijk bleek het echter complexer dan gedacht om goede speelcontainers te maken én om geschikte plekken in de stad te vinden. Bij de constructie was het zoeken naar evenwicht tussen visuele aantrekkelijkheid, speelwaarde en veiligheid. Omdat elke container uniek is (er zijn er tien in totaal), vergt dit steeds een intensief maakproces en de nodige evaluatie en nazorg. Het blijkt ook niet vanzelfsprekend om de speelcontainers effectief geplaatst te krijgen. In sommige buurten is de parkeerdruk hoog, waardoor veel mensen de speelcontainers liever zien verdwijnen dan komen.

Eerder dan straten, bleken (tijdelijke) pleinachtige ruimtes geschikt als standplaats. Enkele speelcontainers vonden een locatie op strategische punten binnen het circulatieplan voor de binnenstad. Daar hebben ze ook een symbolische betekenis: ze benadrukken dat de publieke ruimte op bepaalde plaatsen verrassend méér kan zijn dan een ruimte voor verkeer.

De mobiele speelcontainers houden het midden tussen visuele prikkel, ontmoetings-, en speelplek.

Speelruimte in de historische binnenstad

Het Maaseikplein ligt op een unieke locatie in Gentse binnenstad, naast de Sint-Baafskathedraal. Het spreekt vanzelf dat de Dienst Monumentenzorg en allerlei stedelijke actoren hier nauw toekijken op het ontwerp. Tot enkele jaren geleden bestond dit ‘plein’ uit een klein plantsoen en vooral veel parkeerruimte. Het stadsbestuur besloot tot ontharding en vergroening met respect voor het historische karakter. Na het grote succes van de tijdelijke speelse fruitgaard in 2017 startte de uitdaging om meer permanente speelkansen te integreren in het ontwerp.

De enige juiste keuze hier bleek van bij het begin te vertrekken vanuit de historiek en cultuur-historische betekenis van de plek. Inspiratie vond men in Van Eycks schilderij van het Lam Gods, dat op slechts enkele tientallen meters van het plein in de Vijdkapel van de kathedraal te vinden is. In het Maaseikplein komen nu allerlei dieren en (eetbare) planten voor die je ook in het schilderij kan vinden. Het smeedijzeren hekwerkje rond het nog resterende plantsoen voelt eerst wat ongemakkelijk aan. Maar door de aanwezigheid van trampolines weet je dat je er welkom bent. Het lage historische hekwerk blijkt uiteindelijk een heel logische en best mooie afbakening van de intensievere speelzone met trampolines en houten schaapfiguren.

Maaseikplein: Tijdelijke inrichting als ontmoetingsplek met spelprikkels
Inspiratie uit de planten en dieren afgebeeld op het Lam Gods. De ingegraven trampolines verstoren de zichtas niet.
Ingegraven trampolines, maar je geraakt ermee in hogere sferen.

Een gelijkaardige aanpak vinden we bij enkele groene ingrepen op de Vroonstalledries in Wondelgem. De speelwaarde van deze schapenfiguurtjes zelf is misschien niet zo groot. Maar dergelijke meer formele speelelementen zijn belangrijk om zowel aan kinderen als aan volwassenen duidelijk te maken: ‘Hier mag je spelen’. Tegelijk verwijzen ze naar de vroegere betekenis van de plek als gemeenschappelijke graasweide en oorsprong van het ‘driesdorp’. De boomstammen vormen het decor voor deze historische verwijzing, maar zijn tegelijk ook zelf spelprikkel en leiden kinderen naar kleinere losse stammen en groene speelelementen onder de bomen en tussen de struiken.

‘Verklikschapen’, Vroonstalledries (Wondelgem): De houten figuurtjes geven aan dat er gespeeld mag worden op deze plek.

Spelen tussen industrieel erfgoed

Niet alleen in de binnenstad stelt zich de vraag naar de integratie van speelruimte in erfgoedlandschappen. De havenzone is in volle ontwikkeling en daar is nog heel wat industrieel erfgoed aanwezig. Ook hier wordt volop ingezet met het Gentse groen- en speelruimtebeleid.

Aan de Oude Dokken is al een samenhangend parkgebied gerealiseerd, nog voor het gros van de woonzones is ontwikkeld. Die kwalitatieve groene ruimte zal wel nodig zijn, want de beoogde densiteit van de bebouwing is groot. Op termijn komt er in het Kapitein Zeppospark wellicht een zwemzone, die ook voor tieners en jongeren heel aantrekkelijk zal zijn. Vanuit een publiek toegankelijke kraan kunnen jong en oud nu al over het park en de dokken uitkijken.

Even verder naar het noorden, in de kwetsbare wijk Muide-Meulestede, is recent ook een fijn park met speelruimte gecreëerd: het Honfleurpark. Het bijzondere is dat ook hier heel wat erfgoedobjecten (scheepskettingen, onderstellen van wagons,…) hergebruikt worden in het park. De loodsen en metalen constructies vormen een uniek kader. In een oud havengebouwtje is een gezellig jeugd- en ontmoetingslokaal van vzw Jong gevestigd, en even verder zijn de wagons zelf een opbergplaats voor materiaal van de buurtmoestuin.

Honfleurpark: Industriële historische relicten zijn geïntegreerd in deze speelruimte met buurttuin.

Een omgeving als deze heeft weinig baat bij het achteraf toevoegen van enkele standaard speelobjecten. Dit is geen park en speelplek als een ander, maar een uniek speellandschap geïnspireerd door de eigenheid van de plek. Net dit moet het uitgangspunt zijn om speelkansen te integreren in een erfgoedlandschap.


Geef een reactie

Welkom

Dit is het Magazine van Kind & Samenleving. Het komt drie keer per jaar online. Veel leesplezier!

Lees over onze thema’s

%d