Streetskaten

Skaten op straat, op de trappen van het winkelcentrum of in een verlaten loods. Het is uitdagend, maar lang niet vanzelfsprekend. Wie zijn deze ‘streetskaters’ en wat triggert hen om deze plekken op te zoeken? Kind & Samenleving ging op ontdekking en dook de skatescene van Leuven in.

Door Andreas De Mesmaeker

De straat boven het skatepark

Streetskaters bekijken de stad op een andere manier. Voor hen is elke publieke ruimte een potentiële skateruimte. Ze verkiezen de publieke ruimte omdat die een bepaalde ‘moeilijkheidsgraad’ bezit die niet of nauwelijks aanwezig is op een doorsnee skatepark. Het uitvoeren van een trick op natuurstenen zitblokken in de straat is veel uitdagender dan die mainstream halfpipe op het skatepark. Voor streetskaters zijn skateparken expliciet vormgegeven ruimten die een bepaalde structuur opleggen en daardoor ook de vrijheid beperken. Streetskaten daarentegen kan overal – als je er een oog voor hebt en als die ruimte het toelaat – en is een pak uitdagender omdat je de ruimte moet ‘scannen’ op de skate-waarde. De uitdaging zit hem in het skaten op plekken die daar niet expliciet voor ontworpen zijn: een plein, de randen van plantenbakken, de trappen van de bibliotheek,…

Streetskaten vereist dus een zekere dosis creativiteit én ervaring om goede ‘spots’ te ontdekken en om de trick dan ook nog eens goed te kunnen uitvoeren. Het ontdekken van dit soort ‘streetspots’ vormt in wezen de essentie van streetskaten. In Leuven is een verlaten hangar aan de rand van de stad bijvoorbeeld een geliefde plek bij streetskaters. Het is een plek die je – als niet-skater – helemaal niet kent en waar je al zeker niet bewust naartoe zou komen. En net omdat de plek aan niemand toebehoort, kan je je hem ook in zekere zin toe-eigenen. Getuige hiervan zijn de verschillende skatetoestellen en de ramp die skaters er zelf bouwden met eigen materialen.

Skaten in de publieke ruimte is echter lang niet evident. Het brengt technische en praktische uitdagingen met zich mee. Streetskaters verkiezen doorgaans een gladde ondergrond (bij voorkeur natuursteen) omdat dit beter ‘bolt’ en dus ook minder lawaai maakt. Randen van zitblokken of plantenbakken in natuursteen zijn dan weer aantrekkelijk voor het uitvoeren van grinds. Om het glijden van het deck te vergemakkelijken, wordt de rand vaak ‘ingewaxt’ met kaarsvet. Wie erop let, merkt dat de randen van bepaalde zitbanken, plantenbakken of blokken donkerder en gladder zijn dan de rest van de steen of dat er in de hoek zelfs nog een kaarsje is achtergebleven. Deze subtiele sporen geven aan waar streetskaters in de publieke ruimte actief (geweest) zijn.

Welkom zijn in de publieke ruimte

De inrichting van de publieke ruimte is één zaak. Om te kunnen streetskaten op een bepaalde plek moet je er ook welkom zijn. En hier wringt in de praktijk meermaals het schoentje: skaters zijn vaak niet welkom in de publieke ruimte omdat ze als oorzaak gezien worden van allerlei overlast zoals zwerfvuil en (nacht)lawaai. Ze worden dan uit de publieke ruimte geweerd door het staken op die plek letterlijk onmogelijk te maken (bijvoorbeeld met skatestoppers).

Skatestoppers op natuursteen

Het louter viseren van skaters als oorzaak van overlast lijkt evenwel kort door de bocht.

De skategemeenschap is zich net heel bewust van de potentieel storende impact die ze heeft op haar omgeving. Skaters tonen bovendien respect voor (mede)gebruikers van de publieke ruimte. Wanneer een bepaalde plek een belangrijke verblijfsfunctie heeft zoals bijvoorbeeld een plein met horecaterrassen of een plek waar kinderen spelen, zullen zij bewust een andere skatespot uitkiezen. In Leuven is de publieke ruimte bij een bepaald kantoorgebouw bijvoorbeeld geliefd bij streetskaters omwille van de goede ondergrond en aanwezigheid van arduinen plantenbakken in verschillende hoogtes. Op weekdagen is deze plek echter onlosmakelijk verbonden aan het kantoor: het vormt het voorplein waarlangs medewerkers het kantoor betreden. Skaters zijn zich hier heel bewust van. Daarom mijden zij de plek tijdens de week en komen ze hier enkel in het weekend naartoe. De intentie is bovendien duidelijk om de plek te allen tijde proper achter te laten.

Een skatenetwerk ontworpen voor en door skaters

Heel wat steden en gemeenten zien de interesse in skaten de laatste jaren toenemen en zetten in op (bijkomende) skate-infrastructuur. In de praktijk gaat het dan vooral om skateparken: infrastructuren die specifiek bedoeld zijn om te skaten. Dit zijn zonder meer goede initiatieven omdat ze het skaten erkennen en promoten, en omdat ze – zeker in kleinere gemeenten – heel wat ruimte geven aan beginnende en meer ervaren skaters.

Voor skaters in een stedelijke context (en dan in het bijzonder voor de meer ervaren streetskaters) volstaan skateparken echter niet, omdat ze (te) expliciet zijn vormgeven (zie hoger) en/of omdat één welbepaalde skateplek gewoonweg niet voldoende is. Skaters wonen namelijk niet allemaal in de buurt van dat ene skatepark en hebben geen behoefte om allemaal op hetzelfde moment in dat ene park te vertoeven. Bovendien zijn niet alleen de skateplekken op zich van belang, maar ook de routes ernaar toe. Het board dient niet enkel voor het uitvoeren van tricks, het is ook een verplaatsingsmiddel. Het vormt als het ware een verlengde van het lichaam van elke skater. Je verplaatst je ermee van thuis op weg naar de skatespot en onderweg sluit je je aan bij vrienden en voer je tricks uit in de publieke ruimte. Skaters kiezen dan ook vaak routes uit in functie van de ondergrond en de skatemogelijkheden onderweg.

De aanwezigheid van één of meerdere skateparken is dus een goed begin. Wil een gemeente of stad skaters echt aux sérieux nemen, dan is het belangrijk om skaten ook in de publieke ruimte toe te laten en om aandacht te besteden aan de routes tussen de verschillende skatespots. En wie anders dan de skategemeenschap zelf weet het best hoe een goede skatesport eruit moet zien? Door rechtstreeks met skaters in dialoog te gaan en hen te betrekken bij nieuwe ontwerpen of herinrichtingen van publieke ruimtes ontstaat een gedragen ontwerp. Zij kennen de lokale ‘skatescene’ en weten best welke behoeften en noden er leven. Dialogen en samenwerkingen tussen de lokale skatescene en het bestuur bestaan reeds in verschillende steden, waaronder ook in Leuven. Het vzweetje vertegenwoordigt de skatescene in en rond Leuven en werkt samen met gemeenten en andere organisaties om toegankelijke en inclusieve skateruimtes te ontwikkelen.

Geef een reactie

Welkom

Dit is het Magazine van Kind & Samenleving. Het komt drie keer per jaar online. Veel leesplezier!

Lees over onze thema’s

%d