In het dichtbevolkte, dichtbebouwde Kiel, in het zuiden van Antwerpen, ligt de Pieter Génardstraat. Een eenrichtingsstraat met een mix van een- en meergezinswoningen en met een straatbeeld dat weinig verschilt van de gemiddelde woonstraat in Antwerpen: een dubbele rij parkeerplaatsen met een smal voetpad. Maar wie beter kijkt, ziet heel wat kleine groene en speelse ingrepen. De Pieter Génardstraat is het middelpunt van de projecten van de straatvereniging en actiegroep Comité Bump, die onder andere ijvert voor een straat waar kinderen kunnen spelen. Met Bavo Wouters, één van de trekkende krachten van Comité Bump, ging ik in gesprek over een kindvriendelijke straat, burgerparticipatie en eigenaarschap.
Door Sabine Miedema
Alle foto’s (c) Comité Bump
Een straatcomité om de straat kindvriendelijker te maken: hoe is dat begonnen?
Bavo: ‘Eigenlijk kenden we de buren niet zo goed. De eerste actieve contacten zijn gelegd tijdens een bijeenkomst waar we samen met de buren keken of het mogelijk zou zijn om meer auto’s te delen, om er zo minder in de straat te hebben. Uiteindelijk kwamen daar veel buren op af die vooral de andere buren wilden ontmoeten en samen een koffietje drinken; het autodelen bleek praktisch toch niet zo haalbaar. Maar we hadden nu wel een groep buren die graag verder wilde nadenken over meer ontmoeting in de straat. En zo begonnen we met het organiseren van straatfeesten en een speelstraat in de zomer.’
In jullie straat gingen jullie wel een stapje verder. Hoe kun je als straatcomité next level gaan?
We hebben het geluk gehad dat we één van de winnende proefstraten waren voor het project Tuinstraten. Opeens hadden we een project om verder te durven dromen over de toekomst van onze straat. Met alle buren zijn we rond tafel gaan zitten en zijn we goed begeleid geweest. We hielden open vergaderingen op straat. Iedereen was uitgenodigd. Met onze straat zijn we wel ver gegaan. In de andere proeftuinen hebben ze een parklet ingericht: een groene stoepuitbreiding die meer ruimte en voorzieningen biedt aan mensen die de straat gebruiken. Maar wij zijn ambitieus gegaan voor een knip in de straat, zodat de helft van de straat een tuin werd voor iedereen. We moesten met een klein budget werken, en dat zorgde voor zeer veel creativiteit. Paletten zijn dan een zeer goedkope oplossing: samen met de buren hebben we heel wat banken en plantenbakken kunnen maken. De halve straat was een zomerse tuin.
Hoe reageerden de kinderen op de veranderingen?
Voor 2017 was er geen enkel kind op straat te vinden in onze straat. Er zijn te veel auto’s om te kunnen spelen, maar de ouders stimuleren hun kinderen ook vaak niet om buiten te komen. Het afsluiten van de straat zorgde ervoor dat de kinderen leerden op straat te spelen. Dat vraagt wel een bijzondere aanpak: ze willen graag een aanbod, maar willen daar niet in gestuurd worden. Als ik zou vragen: ‘wil je elke week het vuil oprapen?’, dan zou dat niet werken. Maar als ik met een grijpstok en een vuilniszak naar buiten kom, dan komen ze maar al te graag helpen. Tijdens die zomer genoten we allen van het samen timmeren op de straat. Sommige buren timmerden aan iets groots, zoals een zitbank van 15 meter; anderen maakten een bloemenbak voor hun vensterbank. Vele kinderen én volwassenen hielden voor de eerste keer in hun leven een hamer en een zaag vast.
Zijn alle bewoners even actief en enthousiast om de straat speelvriendelijker te maken?
Nee, maar voor ons is het al belangrijk dat iedereen mee is in het verhaal. Ik zou enkele groepen onderscheiden.
- Allereerst heb je de trekkers. Bij ons zijn dat vier trekkende gezinnen. Als we vergaderen of iets moeten schrijven, dan is deze groep er altijd bij betrokken.
- Dan hebben we een aantal mensen op de tweede lijn. Dat zijn de mensen die helpen als we het vragen. Bijvoorbeeld door de planten water te geven. Die nemen actie op een heel concreet niveau.
- Dan heb je een aantal genieters: gezinnen met kinderen. Die ouders zijn enorm dankbaar dat hun kinderen op straat kunnen spelen. Maar ze zijn zelf niet actief bij onze projecten.
- En ten slotte zijn er een aantal gezinnen die er niet bij betrokken zijn, maar wel begrip hebben voor onze projecten. We hebben oor voor hun kritische opmerkingen.
Jullie hebben de afgelopen jaren al heel wat projecten gehad en ook elk jaar een speelstraat georganiseerd. Kom je ook moeilijkheden tegen?
Zo’n succesvolle en goed ingerichte speelstraat brengt veel kinderen uit de buurt naar de straat. En dat hadden we het eerste jaar wel wat onderschat. Er waren veel kinderen die zonder ouders naar hier kwamen, want in onze straat was veel te beleven. De aantrekkingskracht was zo groot dat het een overlast werd. We hebben toen veel rollen moeten opnemen: politieman, speelman, EHBO’er, sociaal werker, cateraar, bemiddelaar, planner, trekker, duwer… Dat werd te veel, en we hebben het sindsdien wat kleinschaliger aangepakt.
De straat is nu niet meer afgesloten. Dit jaar ligt jullie focus op de stoep.
Het is eigenlijk een beetje een protestactie die het tekort aan speelruimte aankaart. In Antwerpen Kiel is er groen, maar de meeste kinderen mogen daar niet komen: er zijn hier te veel gevaarlijke straten die ze niet zelfstandig mogen oversteken. De stad zou veel meer groen en speelruimte moeten ontwikkelen in de straten, maar ze nemen te weinig initiatief en ondertussen vlammen de auto’s door onze straat. We hebben het verkeer geteld en gemiddeld rijden hier 30 spookrijders per dag door onze straat. Dat zijn macho’s die zelfs de tegenliggende auto’s dwingen om achteruit te rijden. Deze problemen kun je enkel verbeteren met een beter beleid, met de focus op een doordachte ruimtelijke planning.
Het idee van het project Kindvriendelijk voetpad is: als we zo weinig ruimte hebben in de buurt, moeten we het maar met de beperkte ruimte van de stoep doen. Er leven hier kinderen in armoede, in kleine appartementen, zonder achtertuin. Voor kinderen is het einde van de straat vaak echt een grens: ook al ligt er een parkje vlakbij, kinderen mogen er niet naar toe. Het kindvriendelijke voetpad geeft daar alvast een klein beetje een antwoord op. We hebben een aantal experimentele ingrepen gedaan. Hopelijk krijgen we in de toekomst middelen om daar ook duurzame ingrepen van te maken.
Er zijn een heel aantal ingrepen op de stoep gebeurd. Wie besliste er wat er moest komen?
Deze keer hebben we de kinderen bevraagd. De ouders waren in het begin niet op de hoogte, en de kinderen namen hun opdracht heel ernstig. Zij hebben de prioriteiten bepaald via een aantal workshops. Voor een aantal ramen hebben we inspirerende beelden gehangen. De kinderen gaven er commentaar op en kozen hun favorieten.
Welk patroon wil je op het voetpad? Hoe zou jij de nutskasten verven? Hoe maken we de straat meer avontuurlijk? Kinderen denken heel realistisch. We leerden dat het voetpad speelser, spannender, kleurrijker, leerrijker en veiliger kan. We organiseerden vergaderingen met de kinderen. Wat zou je willen dat er weg moet, in de vuilnisbak? Wat moet er zeker blijven, in de schatkist? Wat zou je wensen, met een toverstafje?
Hoe zorg je ervoor dat kinderen bij elk onderdeel van een project betrokken zijn?
We werkten met een projectstructuur die we ook aan de kinderen voorstelden.
- waarderen: wat is er al en wat zou je behouden?
- dromen: wat zou er in de toekomst kunnen verbeteren?
- onderzoeken: wat kunnen we waarmaken en wat hebben we daarvoor nodig?
- waarmaken: uitwerken van de projecten
- beheren: wat gemaakt is onderhouden en verbeteren.
Voor de uitvoering zorgden we voor taken waaraan kinderen meewerkten: zoals met spuitbusverf de patronen op de stoep spuiten. Bij het vergroenen schreven de kinderen de namen van de plantjes op de bordjes.
Soms zijn het dus kleine acties, maar zo voelen ook stillere kinderen zich betrokken en erkend. Ook hebben we bij elk huis met kinderen vierkanten gespoten die dienen als een leeg blad voor al hun stoepkrijtkunsten. Het orgelpunt is het huisje; een parklet of trottoirterras dat de kinderen onder professionele begeleiding in elkaar hebben gestoken met recuperatiemateriaal.
Wat wil je nog meegeven over het kindvriendelijker maken van je straat?
Bevraag in de eerste plaats de kinderen. Door hen krijg je mooie creatieve ideeën waar je zelf niet op was gekomen. Daarnaast voelen de kinderen zich betrokken bij het project. En wat ik ook heb geleerd: kinderen hebben echt wel een visie op een leefbaardere straat. Het activisme bij de kinderen kan je doen ontwaken. Met dit project leren ze een plek op te eisen op straat.
Lees hier meer over hoe Comité Bump het project ‘Hoe maak je een voetpad kindvriendelijk?’ vorm gaf.