Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt meer dan 800 scholen en dus evenveel schoolomgevingen. Ze vormen een belangrijke publieke ruimte in het dagelijkse leven van kinderen, jongeren en andere gebruikers. De Dienst Scholen van perspective.brussels, het expertisecentrum voor stedelijke ontwikkeling van het Brusselse gewest, maakte samen met studiebureau Suède 36, Mint en Kind & Samenleving een inspiratiegids voor de verbetering van schoolomgevingen in het Brussels Gewest. Geïntegreerd ontwerpen en participatie, ook van kinderen, staan daarin voorop.
Door Wouter Vanderstede
Titelafbeelding: © perspective.brussels, Illustratie: Sebastiaan Willemen, Suède 36
Geïntegreerd ontwerp met 4 basiskwaliteiten
Van bij het begin heeft Kind & Samenleving een breed en geïntegreerd toekomstbeeld naar voor geschoven voor de schoolomgeving. Dat gaat breder dan enkel verkeersveiligheid: ook speelsheid, beleefbaarheid en ontmoeting mogen niet ontbreken in een schoolomgeving. In de praktijk zijn bekommernissen over verkeers- en luchtkwaliteit meestal wel de initiële motivatie om iets aan een schoolomgeving te veranderen. De ontwerpgids wil die dynamiek verbreden en stelt een integrale ruimtelijke kwaliteit als ambitie voorop.
De gids is dan ook helemaal opgebouwd vanuit vier basiskwaliteiten voor schoolomgevingen:
- 1. Een veilige schoolomgeving
- 2. Een gezellige en toegankelijke schoolomgeving, met aandacht voor ontmoeting en spelen
- 3. Een groene en gezonde schoolomgeving
- 4. Een herkenbare schoolomgeving
Elke basiskwaliteit wordt opgevat als een ontwerplaag:

In de gids worden de vier basiskwaliteiten verder geconcretiseerd met ontwerpprincipes, cases, referentiebeelden en handige checklists. Zo krijgen de analyse, het ontwerpproces en de participatie voeding en richting.
Voorbij de schoolstraat
Elke schoolomgeving heeft een unieke context en vraagt steeds eigen oplossingen. Zo zijn de mogelijkheden om in te grijpen op het autoverkeer doorgaans veel beperkter bij een school die gelegen is aan een steenweg, dan bij een school in een lokale straat.
Bovendien kan er altijd op verschillende schaalniveaus worden gewerkt:
- de directe omgeving van de schoolpoort: het (school)voorplein
- de straat waar de school gelegen is: de schoolstraat
- de volledige schoolbuurt
De mogelijke oplossingen hangen samen met de schaal waarop men kan werken. Voor elk niveau beschrijft de gids een gamma aan oplossingen.
Vanuit een ontwerplogica is het ideaal om te starten met de verkeerscirculatie in de volledige schoolbuurt, zodat autoluwe maatregelen ter hoogte van een school overdacht worden ingevoerd.
Maar in de gids is er ook plaats voor een pragmatische aanpak. Dan wordt het schaalniveau opgevat als iets evolutiefs: eens er draagvlak is voor een klein voorplein aan de schoolpoort, kunnen er verdere stappen gezet worden naar kwaliteitsverbetering van de straat, de naburige straten of zelfs de gehele wijk.
Hieronder zetten we enkele belangrijke ontwerpprincipes op een rijtje, van een zeer bescheiden naar meer ambitieuze scenario’s.
Minimaal scenario: creatie van een zo groot mogelijk autovrij voorplein aan de school
De inname van een zestal parkeerplaatsen voor de schoolpoort kan al een groot verschil maken. Met een minimum aan budget of enige do-it-yourself-mentaliteit kan er een veilig en sympathiek voorplein gemaakt worden, waar kinderen en ouders elkaar weer kunnen ontmoeten. ‘Kiss & ride’ krijgt geen plaats meer aan de schoolpoort maar bij voorkeur verderop, zodat dit geen autoverkeer meer aanzuigt.

Verdergaand scenario voor een schoolplein: het schoolplein strekt zich uit over de straat
Bij voorkeur worden er ter hoogte van het schoolplein wél grondige infrastructurele ingrepen uitgevoerd. Het schoolvoorplein kan dan visueel doorlopen over de straat, zodat de autosnelheid wordt gereduceerd en oversteken duidelijk worden gemarkeerd. Hiermee wordt de schoolomgeving beter beveiligd en beter bereikbaar gemaakt voor kinderen die zelfstandig naar school willen komen.

Naar een integraal kindvriendelijke schoolstraat
Nog een stap verder is het verkeersvrij of sterk verkeersluw maken van de gehele straat. Daarbij wordt heel de schoolstraat een kwalitatieve verblijfsruimte. Dit kan ook voor de (jonge) buurtbewoners een eerste stap zijn naar een betere en groenere buurt.

Naar een integraal kindvriendelijke schoolbuurt
Vooral in buurten met meerdere scholen of in echte woonbuurten kan de gemeente streven naar een schoolbuurt die integraal is afgestemd op zachte weggebruikers. Spelen en ontmoeting staan centraal. Dit vergt uiteraard een aanpak op wijk- of gemeentelijk niveau, met een goed overdacht circulatieplan.

Participatie: ook van kinderen
De gids heeft ook aandacht voor het beleidsproces en de participatie. Voor elke belangrijke fase (analyse, ontwikkeling van scenario’s, toetsing voorontwerp, realisatie) wordt er specifieke participatie voorgesteld. Bij volwassenen is die eerder afgemeten: de gemeente of stad moet haar visie op duurzame mobiliteit voldoende naar voren durven plaatsen.
Daarbij benadrukt de gids dat kinderen de dagelijkse gebruikers van de schoolomgeving zijn en zeker in het proces betrokken moeten worden:
“Ze zien veel dingen waarvan volwassenen niet altijd op de hoogte zijn. Ze hebben veel ervaring met het verkeer en de gevaren ervan. Bovendien gebruiken kinderen en tieners de openbare ruimte op een informele en speelse manier, hun verbeelding is grenzeloos. Hun ervaringen zijn zeer nuttig en kunnen het project nieuwe perspectieven geven.”
Dit konden we alvast zelf ervaren in een aantal testcases die we samen met de (ontwerp)partners en perspective.brussels doorlopen hebben in de gemeenten Koekelberg en Elsene. Deze praktijkervaringen vormden de basis voor de participatieve aanpak die in de gids wordt voorgesteld.


