De omwegen van spel

Het belang van spelen wordt vaak geduid in termen van ontwikkeling, leren en fysieke activiteit van kinderen. De waarde van spelen kan ook meer vanuit de leefwereld van kinderen zelf worden  bekeken, zoals in onze poster van de Buitenspeelheld. Toch sluimert er altijd een wat vreemde spanning tussen de vaststelling dat spelen belangrijk en waardevol is, en het idee dat spelen ergens voor moet dienen.

Door Johan Meire

Omwille van zichzelf of als omweg?

Spelen is zelfgekozen, zelfgestuurd en intrinsiek gemotiveerd. Met andere woorden: kinderen bepalen zelf wat, wanneer en hoe ze spelen, bepalen de rollen en regels in het spel, en kiezen ervoor om het te doen omdat en zolang ze het zelf willen, en niet omwille van een extern doel of beloning. Dat klinkt mooi en het is ook de manier waarop kinderen (en dieren) ‘vanzelf’ spelen. Spel is vrijwillig, niemand zegt je dat je moet spelen. Dat is geen absolute autonomie: kinderen spelen vaak in interactie met elkaar, en worden altijd gestuurd door bijvoorbeeld de omgeving, zoals een speelterrein dat je eerder aanzet tot het ene soort spel en veel minder tot het andere soort.

Maar er is meer. Een term als ‘vrij spel’ toont dat spelen in de praktijk vaak niét helemaal in handen van kinderen ligt: spel wordt door volwassenen – of door jeugdwerkers – gestuurd, georganiseerd of met bepaalde doelstellingen voor ogen gebruikt. Spel kan een omweg zijn naar een ander doel: kinderen in groep samen laten zijn, hen dingen aanleren, hen voldoende laten bewegen. Soms is dat haast secundair; soms moeten er door het spel echt doelstellingen worden gehaald. En zeker dan vereist dat dat volwassenen sterk mee sturen (of mee spelen) in de gewenste richting. Een sturing door niet-kinderen geeft beperkingen, maar tegelijk ook kansen (vrienden zien!), waardoor ze vaak wel degelijk als vrije tijd worden gezien.

Omweg als kwaliteit

Toch is een omschrijving van spel die hamert op de autonomie van kinderen zinvol. De standaardinstelling van kinderen, eens ze eten, rust en veiligheid hebben, is spelen. Dat spel geeft kinderen een kader – vaak zelfs het enige kader – waarin ze zélf de dingen in handen hebben, met alle vrijheid, verantwoordelijkheid, onzekerheid en beslissingen die daarmee gepaard gaan. Dat klinkt zwaar op de hand, maar het andere fundamentele kenmerk van spelen is ‘fun’: spelen geeft plezier.

Het is het plezier, de affectieve kwaliteit van spel, die kinderen allereerst zelf ervaren wanneer ze spelen; maar het is ook wat spel distinctief maakt. Het eigene aan spel is dat het fundamenteel verschilt van werk, van ‘iets gedaan krijgen’. Dat gebeurt op soms wat eigenzinnige manieren. Spel is iets raars: het is niet helemaal echt, anders dan de gewone realiteit. Kinderen weten dat ook: ze maken niet écht een kopje koffie in hun kampje, ze wéten dat ze een rolletje spelen. Maar juist daardoor kan spelen doen wat het doet. Wat doe je als het onverwachte gebeurt? Omweg als kwaliteit van spel zelf: niet (primair) op een doel gericht, maar omwille van fun en het rare dat kan gebeuren. Dat onverwachte heeft meestal veel minder een plaats wanneer spelen moet dienen om…, wanneer er ‘speels geleerd’ wordt. En het is net dat waar volwassenen het moeilijk mee hebben als ze het spel organiseren en reguleren.

Een evolutionaire omweg

Spel is zo wijdverspreid bij dieren en mensen dat het klaarblijkelijk een evolutionair voordeel moet bieden. Het vreemde is dat spelen (zeker bij dieren: bij mensen is spel doorgaans aan restricties en toezicht onderworpen) gepaard gaat met risico’s nemen. Spelen is namelijk vaak uitdagingen en grenzen opzoeken en dus jezelf in gevaar brengen. Het paradoxale aan spel is dat juist wie zo al het kwetsbaarst is, namelijk jonge dieren, zoveel speelt. Maar dat heeft een uitleg. Eigen aan jonge dieren is dat ze onaf zijn. Hoe meer of hoe langer ze onaf zijn, hoe meer flexibel ze zijn om zich aan te passen en volwassen vaardigheden aan te leren, bijvoorbeeld tijdens het spel.

Toch stelt zich dan de vraag waarom dat aanleren niet op een meer echte of serieuze manier gebeurt dan via de schijnbaar weinig efficiënte omweg van spel. Leren gebeurt vaak en makkelijk als en omdat er een beloning volgt. Dat is een gemakkelijk te begrijpen weg. Spel daarentegen leidt op het moment zelf nergens toe, en het is duidelijk dat het ‘niet echt’ is. De kat jaagt op de veter, maar eet hem niet echt op, terwijl de echte jacht de bedoeling heeft om muizen op tafel te krijgen. Bij speelvechten, zoals je dat bij veel dieren ziet, is er een heel duidelijk verschil tussen bijten om te spelen en echt bijten. Het kopje koffie dat het kind in haar kampje zogezegd heeft gebrouwen, drinkt ze met veel overdreven gebaren uit om te tonen dat het natuurlijk geen echte koffie is. Haar dorst is er niet mee gelest. Waarom dan die omweg?

Wat spelen ons bijbrengt is omgaan met het onverwachte. We zetten ons in ons spel voor allerlei moeilijkheden die er eigenlijk niet hoeven te zijn. We zoeken onze grenzen op of verzinnen rare toestanden, doen gek, exploreren, doen zomaar wat dingen. In zijn net-niet-echtheid geeft spelen daar een uniek kader voor, waardoor het onszelf, of ons brein, flexibeler maakt. Maar dan moet het natuurlijk leuk zijn om zichzelf, niet omwille van de uitkomst. Juist omdat spelen zoveel plezier geeft en een beetje raar, geeft het ons zin om het ‘nog een keer’ te doen.

Meer dan fun?

Dat ‘spelen meer is dan alleen fun’ is wel juist, omdat het zegt dat spelen niet triviaal is en omdat het zegt dat de waarde van spel veel groter is dan wat plezier hebben, maar het mist in die zin de essentie. Juist in ‘fun’ ligt de waarde van spel. Tegelijk zet dat de discussie over ‘waar spelen eigenlijk voor dient’ op scherp: fun is een evolutionair voordeel, zo blijkt, dus dient het ook weer ergens voor. Maar tegelijk toont het dat je spel niet hoeft te gebruiken ‘om te…’ (leren: want schools leren kan je efficiënter in een klas bijvoorbeeld). Want spel zoals het evolutionair zo wijdverbreid bestaat, leidt juist nergens toe – maar wel tot fundamenteel veel fun.

Geef een reactie

Welkom

Dit is het Magazine van Kind & Samenleving. Het komt drie keer per jaar online. Veel leesplezier!

Lees over onze thema’s

Ontdek meer van Kind & Samenleving Magazine

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder