In 2019 ging Kind & Samenleving samen met meisjes tussen 10 en 12 jaar na hoe je een publieke ruimte ontwikkelt die ook voor hen toegankelijk is. Uit vier trajecten verzamelden we heel wat inzichten én een nieuwe publicatie, die we u hier graag in primeur voorstellen.
Door Sabine Miedema
Ontwerpers van de toekomst
In vier verschillende participatietrajecten in Gent, Leuven, Mechelen en Antwerpen dachten we samen met meisjes na over de mogelijkheden van de publieke ruimte. We gingen op ontdekking in de wijk en namen enkele belangrijke publieke (speel)ruimtes onder de loep. De meisjes analyseerden de ruimte, maar bouwden ook aan concrete oplossingen en ontwerpen om de plekken te verbeteren. Als echte ontwerpers maakten ze collages en maquettes van een verbeterde speelplek. Zo konden ze hun inzichten aan beleidsmakers voorstellen.
Meisjes zijn net zo stoer
Hoe ervaren meisjes het spelen in de publieke ruimte? Wat vooropstaat, is dat ze zich even stoer voelen als jongens, en hun spel is dan ook gericht op avontuur en fantasievol spelen. Van hoge boomhutten tot slingeren over water: meisjes worden net zo goed als jongens uitgedaagd om grenzen te verleggen. En dat doen ze het liefst samen met andere vrienden en vriendinnen. Een fijne speelruimte stimuleert dan ook het samenspel, er is ruimte voor interactie.
Tegelijk is het voor meisjes niet altijd makkelijk om de stap te zetten om zelfstandig of met vriendinnen te gaan buitenspelen. Een gebrek aan speelruimte zorgt ervoor dat een ruimte sneller ingenomen wordt door een bepaalde groep, en meisjes zijn vaak de laatste in lijn om een ruimte op te eisen.
Aan de slag voor een inclusieve publieke ruimte
Uit de input van de participatietrajecten en met de hulp van experten uit het werkveld ontwikkelden wij 10 ontwerpprincipes voor een meer meisjesvriendelijke publieke ruimte. In de publicatie Meisjes en de publieke ruimte vindt u per ontwerpprincipe interessante praktijkvoorbeelden terug die inspireren. Hieronder lichten we alvast twee ontwerpprincipes toe.
1. Landschappelijk denken
Iedereen heeft recht op een plek in de publieke ruimte. Maar de (speel)ruimte is vaak beperkt. Hierdoor worden plekken sneller geclaimd, meestal door jongens. Daarom denken meisjes expliciet na over het geheel van een ruimte. Want waar er een meer gedifferentieerd ruimte-aanbod is, daar is er ook meer plaats voor verschillende doelgroepen.

Daarnaast wisselen meisjes in hun spel voortdurend af tussen spelen en babbelen, en tussen het ene en het andere spelletje. Speel daarop in door de manier waarop (speel)ruimtes zijn ingericht en uitgerust.

2. Avontuurlijke en fantasievolle speelplekken
Meisjes worden net zo graag als jongens uitgedaagd om grenzen te verleggen. En dat doen ze het liefst samen met andere vriend(inn)en. Ook fantasiespel krijgt een belangrijke plaats. Ze hebben het dan vooral over spionage, spoken, en andere griezelige thema’s.

Wat is daarvoor nodig? Avontuurlijk materiaal, zoals snelle glijbanen, hoge torens en een balk over het water. Maar ook plekken waar kinderen creatief kunnen zijn met hun fantasiespel, zoals een spookhuis en verstopplekjes.

Meer lezen?
Deze en andere ontwerpprincipes vindt u terug in de interactieve publicatie ‘Meisjes en de publieke ruimte’ die u hier gratis kunt downloaden.