Hoe ervaren tieners de ruimte als thuisblijven de norm wordt? En wat blijft er nog van die ruimte over? Diep in de lockdown hadden Ine Swennen en Wouter Vanderstede een Whatsapp-interview met enkele tienermeisjes uit Kleine-Brogel, een rustig dorp in het Limburgse Peer.
Diewke (15 jaar) en Lara (14 jaar) zijn twee bezige bijen die in gewone tijden hun weken vullen met tal van hobby’s. Ze leerden elkaar kennen via de KLJ, waar ze om de twee weken samen naartoe gaan. Hiernaast doen ze beiden nog aan sport, dansen, muziek, …
In coronatijden kunnen ze deze hobby’s natuurlijk niet uitoefenen en zitten ze dus veel binnen. Alleen tijdens hun dagelijkse wandeling met het gezin of met elkaar komen ze buiten. Het is dan ook niet toevallig dat ze samen aan het wandelen zijn op het moment dat we hen contacteren voor een interview.
Geen TikToks meer onderweg naar school
In normale tijden gaan beide meisjes naar school in grotere buurgemeenten, op ongeveer vijf kilometer van hun woonplaats in Kleine-Brogel. Ze gaan er meestal met de fiets naartoe, samen met een groep vriendinnen. Onderweg stoppen ze regelmatig aan de windmolen of bij een bos om TikToks en foto’s te maken met hun vrienden. En af en toe blijven ze weleens in ‘t stad hangen om een ijsje te eten of om iets te gaan drinken.

Nood aan meer plekken
Nu de verplaatsingen naar school wegvallen, zijn ze meer aangewezen op de eigen gemeente. De meisjes vinden Kleine-Brogel maar een saai dorp waar niet veel te beleven valt. Er zijn niet echt openbare plekken waar ze naartoe kunnen. Ze spreken geregeld af om samen foto’s of TikToks te maken, maar dit doen ze nu gewoon op straat. De zeldzame pleintjes in de buurt worden volgens hen vaak geclaimd door ‘hangjongeren’, waardoor de meisjes die mijden.
Ze hebben een duidelijke vraag naar méér van dit soort publieke plekken. Ze blijven liever niet thuis omdat ze daar ‘minder vrijheid en privacy’ hebben, maar de straat is ook geen ideale verblijfsplek. Een leuk park met enkele zitelementen lijkt hen ideaal om af te spreken.
Leuke plekjes voor tieners? Die zijn schaars in Kleine Brogel.
Privacy zoeken op het speelplein
Een gelijkaardig vraag naar ‘privacy’ horen wij bij Silke, 15. In haar vrije tijd gaat ze graag zwemmen en naar de KLJ. Ze loopt school aan het Biotechnicum in Bocholt en gaat af en toe helpen op een boerderij in de buurt.
Silke heeft een vast plekje waar ze afspreekt met haar vriendinnen: het speelplein. Daar heeft ze meer vrijheid en privacy dan thuis, en zo komt ze ook eens buiten na een lange schooldag, zegt ze. Ook in coronatijden is dit een ideaal toevluchtsoord om er even tussenuit te zijn.
Ruime actieradius gekrompen
Maar Silkes leefwereld beperkt zich niet tot het dorp. Na school blijft ze meestal nog wat in de stad hangen met haar schoolvrienden. Vaak gaan ze dan naar het skatepark of blijven ze plakken aan de bushalte.
Silke heeft vriendengroepen verspreid over heel Limburg. Ze neemt dan ook vaak de bus naar steden zoals Genk en Bree om daar met haar vriendinnen af te spreken, en dan bij te praten, te shoppen of samen iets te gaan eten.

Maar in coronatijd zit ze vooral binnen. Af en toe gaat ze wandelen met vriendinnen in het bos of gaat ze samen met hen een ijsje eten met de fiets. Ook zij merkt op dat er niet veel zitbanken zijn in de buurt. Zelfs al mocht je tijdens de crisis niet op een bankje gaan zitten, toch zou ze in de nabije toekomst graag een upgrade zien van haar favoriete speelpleintje met enkele banken en nieuwe speelse elementen.
Aangewezen op de eigen beperkte buurt
Wat we horen in deze verhalen, is dat de actieradius van tieners erg ingekrompen is. Ze waren meer aangewezen op hun eigen dorp en buurt. Meer dan voorheen stellen ze de beperkingen vast in hun dorp.
Ze hebben het vooral over de nood aan meer groene ruimte in de buurt, zodat iedereen zijn/haar plekje kan vinden. De enkele pleintjes die er zijn, worden al gauw ingenomen door bepaalde groepen. De tieners vragen meer pleintjes of parken waar ze wat privacy hebben en even kunnen ontsnappen aan alles en iedereen, waar ze rustig zichzelf kunnen zijn.
Verder hebben ze de voorbije weken wel heel wat bossen in de buurt (her)ontdekt. Maar die hebben helaas vaak maar een beperkt aantal paadjes, wat saai wordt op den duur. Ze voelen de nood aan een beter aangelegd bos, met meer paden en plekken om te rusten of zot te doen. Wie weet brengt TikTok op die manier ook andere tieners weer meer naar het bos, want dat ligt toch verrassend dichtbij …

Ine Swennen studeert af als landschapsarchitecte en liep stage bij Kind & Samenleving.