Is vuil nu verdacht?

In deze tijd is aandacht voor ziektekiemen en besmetting nodig, maar die waakzaamheid brengt op zich ook weer risico’s mee. Wordt straks alles wat er niet helemaal proper uitziet verdacht? Durven we kinderen nog voluit te laten spelen? Peter Dekeyser pleit ervoor om hen nu vooral niet onder een stolp te zetten.

Epidemiologen en andere wetenschappers waarschuwen ons dat er met de komst van corona een nieuw tijdperk aanbreekt, met ingrijpende veranderingen in de samenleving. Heel veel weerklank krijgen deze beweringen weliswaar (nog) niet. Bij politici stellen we voorlopig een oorverdovende stilte vast. Toch is er weinig reden om de wetenschappelijke uitspraken te betwijfelen, en kunnen we er maar best van uitgaan dat het virus effectief voor een hoop veranderingen in de samenleving zal zorgen. Mensen zullen op een andere manier met elkaar omgaan, en er valt een wijzigende houding te verwachten tegenover gevaar en risico. Een houding die voor kinderen flink wat consequenties zou kunnen hebben. 

Kinderen beschermen … en loslaten

Voor kinderen zal hét probleem met corona niet zozeer de ziekte zelf zijn, voor hen blijkt dat gevaar mee te vallen. Evenmin valt te verwachten dat ze maatschappelijke veranderingen op zich niet zouden aankunnen. Ze zijn veerkrachtig en daarenboven: ze zijn jong en flexibel. Veranderende gedragspatronen pikken ze snel op. Niemand leert zo snel als kinderen.

Hét knelpunt zouden groeiende angsten kunnen zijn met betrekking tot veiligheid en gezondheid.  Als gevolg daarvan kan de samenleving anders naar gevaar en risico kijken. Sociale en maatschappelijke regels zullen dan veranderen, waarbij men méér dan nu geneigd zal zijn kinderen te beschermen, te behoeden voor allerlei denkbare fysieke bedreigingen. 

Dat er op dit ogenblik een verhoogde gevoeligheid is voor veiligheid en bescherming, is niet meer dan normaal.  Dat zoiets irrationele kantjes heeft, is ook begrijpelijk. Dat hoeft allemaal niet onoverkomelijk te zijn, op voorwaarde dat het een tijdelijk karakter heeft. We moeten er met andere woorden over waken dat we die verhoogde beschermende houding niet blijvend installeren in de samenleving. En we moeten er ons vandaag al bewust van zijn dat we terug zullen moeten naar een gezonde houding tegenover risico’s, en de manier waarop we kinderen daarmee leren omgaan. Kinderen hebben daar recht op. 

‘Gevaarlijke toeren’

We mogen kinderen niet de kansen ontnemen tot écht spelen.  In het post-coronatijdperk zullen kinderen tijd en ruimte moeten krijgen om vuil te worden, om ‘gevaarlijke’ toeren uit te halen, om er alleen op uit te trekken. Kinderopvanginitiatieven mogen niet in de verleiding komen om het spel ‘veiliger’ te organiseren, jeugdbewegingen mogen niet worden beperkt in hun ongebreidelde zoektocht naar speelkansen, speelterreinen mogen niet worden herleid tot gekeurde toestellen op een gecertificeerde valbodem. Echt spelen vraagt immers iets anders. En het is eenvoudig: als we het recht op bescherming overdrijven, betekent dit dat we het recht op spelen tekort doen. Hier zullen we de komende jaren dan ook stevig op moeten inzetten.

Geef een reactie

Welkom

Dit is het Magazine van Kind & Samenleving. Het komt drie keer per jaar online. Veel leesplezier!

Lees over onze thema’s

%d