Aan het stuur van je leven

Autoloze zondag in Brussel

In de stad kun je misschien prima zonder auto, maar de stad kan zelf zo moeilijk zonder. Eén dag per jaar is het anders. Op autoloze zondag hingen we rond in Brussel en zagen hoe we hoe kinderen vrij door de straten rolden. Het was een kleine verovering, waarin de zachte weggebruiker voor even de sterkste werd. Een beeldverslag van al dat spelen op (min of meer) twee wielen.

Tekst en foto’s: Johan Meire

Wat meteen in het oog springt, is de diversiteit aan wielervoertuigen die niet in staal verpakt zijn.  Kinderen en volwassenen, al dan niet gehelmd, bemannen fietsen in alle maten en soorten, rollen voort op steps, rolschaatsen en skateboards, en er zijn ook minibrommertjes en telegeleide auto’s met een kleuter in. De fietsers proberen wheelies en andere kunstjes, en wie valt, wordt weer overeind geholpen. Autoloze zondag is wanneer de Brusselse kinderen leren fietsen.

Autoloze zondag zet de gewone verhoudingen op zijn kop. Dat maakt het een speelse dag. Niet alleen omdat plots fietsers en voetgangers baas zijn, maar omdat je plots massaal volwassenen ziet skaten en omdat je zomaar paarden ziet windowshoppen in de Louizalaan.

Speels, omdat het allemaal niet zo nauw steekt, want je kan zomaar wat rondfietsen zonder extreem te moeten opletten. Het resultaat is een vrolijke chaos; het rode verkeerslicht heeft die dag een net iets minder dwingende autoriteit.

Het is ook feest: op pleintjes zijn er optredens en springkastelen, kinderen rijden rond met ballonnen. Het geluid van mensen en muziek wijst de weg: daar is iets te doen! Want autoloze zondag is ook de dag met de grootste verkeersstilte en het meeste menselijke geluid. De grote assen hoor je niet meer van ver. Maar nog altijd zijn ze er: het zicht van de massa’s fietsers die er voortdurend passeren, wijst de weg.

De stad transformeert grondig op autoloze zondag, maar dat wil niet zeggen dat ze één grote zone wordt: er blijven heel verschillende soorten straten en pleinen. De grote assen zijn het terrein van groepen fietsers en skaters die van de dag een familie-uitstapje hebben gemaakt. Ze palmen de grote lanen en de kleine ring in als hun terrein: de macht van de grote getallen doet de taxi’s en bussen een plek achter de massa tweewielers innemen.

Die genieten van het plezier om massaal die anders quasi ontoegankelijke ruimte helemaal in te nemen, en te skaten of te steppen waar anders alleen auto’s komen. Voor één keer zijn de op de grond geschilderde fietsen geen excuusverf.

Heel anders is het herontdekken van de eigen straat door de bewoners: kinderen en jongeren rijden wat toertjes in hun eigen buurt, gebruiken de straat als speelstraat, hangen wat bij elkaar rond, maar dan op de fiets.

Ouders duwen driewielertjes voort. Hier en daar is er iets te doen, en dan wordt de stad weer een dorp: in de schaduw van het plaatselijke optreden slingeren fietsen rond en rijden kinderen af en aan, heen en weer wippend tussen de muziek, de lollyverkoper, de ouders op het terras, en de skates van het vriendinnetje die je ook wel eens wil uitproberen.

Zo nemen ze, omdat het vandaag kan, de straat rondom het buurtpleintje in.

Andere straten lijken elke identiteit te verliezen: plots zijn ze doodse stroken asfalt geworden, ononderbroken afgeboord met rijen geparkeerde auto’s. Het zijn wel degelijk de mensen die de stad maken.

De grotere pleinen blijven de openbare plekken bij uitstek, ook op autoloze zondag. Zoals altijd tonen jongeren hun bmx- en skatekunstjes op het populaire skatepark aan de Kapellekerk, maar iets meer opzij zijn het kleine kinderen die, in het zicht van hun ouders, de betonnen hellingen verkennen en hun grenzen trachten te verleggen op hun step, fiets, of gewoon te voet.

Op de pleinen blijven terrasjes natuurlijk werken, en voor kleinere kinderen zijn ‘lege’, autovrije pleinen toch nog altijd net dat beetje veiliger om op rond te fietsen.

En misschien mogen kinderen dan wel net dat tikje meer: ‘Ik bestelde koffie op een heerlijk stil Sint-Katelijne,’ schrijft Celia Ledoux in Bruzz over autoloze zondag. ‘De kinderen mochten een straat verder hun ijsje halen. Het schokte me hoe veilig hun afwezigheid voelde.’ Dat is het subversief-speelse aan autoloze zondag. Het toont, voor één dag, wat er óók mogelijk zou zijn: niet helemaal exact zo, natuurlijk, maar toch. Hoeveel meer bewegingsvrijheid zouden kinderen hebben en hoeveel meer gemoedsrust hun ouders wanneer kinderen konden spelen in autoluwe straten? Of wanneer auto’s  niet zoveel plaats innamen?

Geef een reactie

Welkom

Dit is het Magazine van Kind & Samenleving. Het komt drie keer per jaar online. Veel leesplezier!

Lees over onze thema’s

%d bloggers liken dit: