Gangmakers en Koplopers: dat is de naam van het traject dat we uitwerken met de organisaties Das Kunst en Trage Wegen. In Elversele, een deelgemeente van Temse, trokken we daarvoor de hele tweede week van de paasvakantie op pad met een groepje kinderen. Het leverde niet alleen inzichten op over de mobiliteit van kinderen, maar ook een ander spoor voor participatietrajecten.
Door Peter Dekeyser
Een fragment uit het Gangmakers- en Koploperslied
Bij zonneschijn… of regenweer
het maakt niet uit, overal kom je ons tegen
Dat buitenzijn… bevalt ons zeer,
en met Gangmakers en Koplopers lukt het keer op keer
Door straten en door stegen… en hier en daar wat trage wegen
’t Is een sensatie, een avontuur… Gangmakers en Koplopers is gezellig en niet duur.
Hoe zouden de verbindingen in een dorp of stad eruitzien als we kinderen aanstelden als ontwerpers? Dat is de vraag achter het project Gangmakers en Koplopers, dat we uittekenden samen met de organisaties Das Kunst en Trage Wegen. Het focust op paden, wegels, doorsteekjes, fietsverbindingen en veldwegen als belangrijke schakels in een kindvriendelijke mobiliteitsstructuur. Dat past perfect binnen onze visie, waarin we niet alleen inzetten op speelkansen in een ruimtelijk weefsel, maar ook graag de autonome mobiliteit van kinderen onderzoeken en versterken.
Rechtdoor over de drassige grond De speelplaats van de school zou een ideale doorsteek tussen twee straten kunnen zijn. De kinderen kennen een geheime toegang.
Bovendien willen we met het participatietraject ook methodologisch grenzen verleggen. We pakken het aan als een meerdaags project, waarbij de dagen elkaar opvolgen en we dus niet – zoals bij andere trajecten – op gespreide tijdstippen langsgaan. We konden in Elversele al snel vaststellen dat die aanpak interessante effecten heeft.
- Het is makkelijker om een speelse aanpak te realiseren. De kinderen (en de begeleiders) komen in een sfeer terecht die nauw verwant is aan een kampsfeer. Met die sfeer als uitgangspunt is het evident om elke dag zijn speelse aanpak en hoogtepunten mee te geven. Zo was er in Elversele elke dag een tocht met specifieke opdrachten, zoals een ‘dwars-door-alles-tocht’. Het geheel voelt makkelijker aan als een avontuur.
- Het werklokaal kan grondig ingericht worden in functie van de hele komende week. De inrichting wordt hierdoor niet enkel efficiënter, maar ook sfeervoller. Het lokaal wordt ‘ons hoofdkwartier’!
- Wanneer er een kloof van weken zit tussen twee sessies, moet er elke sessie opnieuw substantieel tijd worden gestoken in het samenvatten van wat is voorafgegaan. Nu hoefden we nog amper te recapituleren.
- Door de snelle opeenvolging kunnen de inzichten van kinderen op een organische manier groeien. Hun belevenissen, ervaringen en ideeën vullen elkaar snel aan en hun inzichten ontwikkelen zich spontaan. Doordat ze bewuster het proces meemaken, lijken ze meer greep te ontwikkelen op het thema en minder afhankelijk te zijn van de begeleider.

Een opbouw in trapjes
Uiteraard volgen de dagen elkaar niet willekeurig op. Elke dag vormt een wezenlijke opstap naar een volgende. Wij volgen in grote lijnen vier stappen:
- Verkennen
Kinderen nemen ons mee op pad, als waren wij toeristen. We verkennen en ontdekken samen het bestaande weefsel van weggetjes en paadjes… We komen daarbij langs plekjes die zij kennen, die ze belangrijk vinden, en ze verwijzen ook naar dingen die er niet meer zijn.
- Beoordelen
Hier richten we ons op de vraag hoe kindvriendelijk ze het weefsel ervaren dat we de dag ervoor hebben verkend en ontdekt. Spelenderwijs onderzoeken we kwaliteiten en minpunten. We testen of je er kunt spelen, hoe vlot de verplaatsing gaat, hoe zinvol ze verbinding vinden. Wat slecht scoort krijgt een rode vlag, kwaliteit een gouden vlag.
- Verbeelden
De kinderen kruipen als het ware in de huid van de trage wegen en voelen op die manier aan hoe die kunnen verbeteren. Met spandoeken, radioboodschappen, foto’s waarop ze tekenen, maquettes… verbeelden ze hun beleving. Ze ontwikkelen oplossingsideeën en tonen wat anders en beter kan.
- Communiceren met volwassenen
In een laatste sessie tonen kinderen aan ouders, vrienden en familie, maar vooral ook aan het gemeentebestuur zelf, hoe hun autonome mobiliteit werkt. Ze laten zien waar het voor hen om gaat, wat er werkt, hoe het beter zou kunnen. Spoorkeien, die we de dag ervoor aanbrachten, markeren de belangrijke punten tijdens onze tocht.
Businessplan voor de ijsjesboederij Een spoorkei
Een intensief maar leerrijk proces
In Elversele duurde elke sessie met kinderen 3 uur (van 14 tot 17u). Als begeleiders maakten we er wel telkens een volle werkdag van.
Uiteraard vroeg elke sessie een hoop praktisch werk voor en na. Denk maar aan het opruimen van het ‘hoofdkwartier’ en het klaarstomen voor de volgende sessie, afprinten van logboekfoto’s die de kinderen hadden gemaakt, inscannen van gemaakte tekeningen…
Daarnaast was er het inhoudelijke werk. Na elke sessie waren er immers nieuwe data te verwerken, waren er inzichten die invloed hadden op de aanpak van de volgende sessie en moest er gesleuteld worden aan de ontwikkeling van het rapport.
- Observaties en producten die kinderen maakten gedurende een sessie leverden nieuwe data op. Als team legden we die observaties samen om ze te bespreken: wat leren de kinderen ons? Wat brengen ze ons bij over hun perspectief? Welke knelpunten, aandachtspunten, oplossingsideeën zien zij precies?
- Inzichten uit een sessie waren ook interessant om op verder te bouwen in een volgende sessie. Als gevolg daarvan kon je een voorheen gemaakte voorbereiding niet zomaar uitvoeren, maar moest ze eerst worden aangepast.
- Eén van de eindresultaten van de week was een rapport met beleidsadviezen. In gewone omstandigheden zouden we een rapport opmaken ná de sessieweek. Hier echter probeerden we een systeem uit waarbij we tijdens de week zelf onze hypotheses en oplossingenscenario’s formuleerden, toetsten, en aanscherpten. Het rapport werd als een logboek opgevat. Op de laatste dag, tijdens de sessie met de volwassenen, kon het worden voorgesteld. Het is al bij al een erg intensieve manier van werken, maar we zien wel heel wat interessante mogelijkheden voor een nieuwe participatieaanpak in de toekomst.