Een heel gewoon buurtpleintje in een doodlopende straat, tussen huizen en poortjes naar achtertuinen. Er staan jonge boompjes en rondom wat bankjes. Maar in de grote vakantie wordt heel het plein volgebouwd. Er komen huizen met platte en met schuine daken, garages, een restaurant en een brandweerkazerne. En glijbanen natuurlijk. De bouwvakkers van dienst? Dat zijn kinderen uit de buurt, die hier hun eigen bouwspeelpaats hebben.
Door Johan Meire
Met paletten, planken, zeilen, golfplaten en buizen vormen de kinderen op het buurtpleintje in Kuurne heel het plein om tot een gigantische bouwwerf. Tot ze tegen het avondeten weer naar huis vertrekken. En morgen zijn er ze misschien opnieuw. Want dit is geen evenement van één dag voor een of ander festival. De bouwspeelplaats in Kuurne duurt de hele zomer lang – behalve, heel passend, tijdens het bouwverlof. Al bleek dat vorige zomer alvast meer theorie dan praktijk, want ook terwijl ‘werfleider’ Bernard op vakantie was, gingen kinderen gewoon door met bouwen en was er plots een grote glijbaan bijgekomen.
Het verhaal van de bouwspeelplaats in Kuurne, ‘zomaar’ op een publieke plek en met een minimum aan begeleiding, is een mooi voorbeeld van hoe kinderen in hun eigen spel ondersteund kunnen worden. Kinderen krijgen een plek en materiaal, en gaan er onder elkaar mee aan de slag; en ergens opzij houdt iemand wel een oogje in het zeil. Wij spraken met buurtbewoner Bernard Marchau, die het idee kreeg, en jeugdconsulent Evi Duyvejonck, die maar al te graag mee op de kar sprong.
Schatten uit de industriezone
Bernard kreeg het idee op de Sinksenfeesten in Kortrijk, waar kinderen met karton en ander materiaal een hele stad konden bouwen op een grote werf. ‘Ik vond dat zo machtig om die gasten te zien bouwen. Toen dacht ik: dat opent eigenlijk wel perspectieven. Plus, ik heb zelf kinderen die daar zeker op zouden spelen, dat was ook een motivatie.’
En zo bereidden Evi en Bernard in een mum van tijd de Kuurnse bouwspeelplaats voor, gewoon op een buurtplein, en meteen voor de hele de zomer. Vanuit de gemeente was er eigenlijk weinig nodig: een eenvoudig ‘ja, we doen dat!’ van de schepen, wat budget voor hamers en spijkers, en promotie op Facebook en via flyers in de buurt. De bouwspeelplaats was een beetje een gok, zegt Bernard: ‘We startten niet met het idee dat we eind augustus met acht, negen van die kampen gingen staan, en met een glijbaan van vier, vijf meter hoog.’ De bouwspeelplaats trok geleidelijk aan ook kinderen aan die niet in de heel onmiddellijke buurt woonden. ‘Er waren ook kinderen die van verder kwamen, via via’, zegt Evi. ‘De foto’s spreken natuurlijk ook wel aan, als je dat op Facebook zet.’


Het gros van het materiaal was gratis, want vooral door Bernards vader opgehaald op bedrijventerreinen, waar vaak ongebruikte paletten opzij liggen. ‘Mijn vader is echt door industriezones gereden, en zorgde ervoor dat het zo proper mogelijke paletten waren. En plots kwam hij af met een grote stapel MDF-plaatjes, waarmee de gasten hele dakbedekkingen konden leggen. En veel klein hout, daarmee kan je overlangs plankjes op de paletten timmeren, en dat hebben de kinderen veel gedaan.’
‘Dat gaat instorten!’
Op die manier ontstond op korte tijd een heuse bouwspeelplaats met steeds meer en steeds wisselende bouwwerken. Bernard: ‘Er stond in het reglement dat iemand die materiaal nodig heeft, ook jouw hout mag gebruiken als je er niet bent. Dat heb ik veel moeten zeggen en uitleggen aan kinderen. Je mocht er geen bordje op hangen met ‘dit is van ons’. Maar verder was mijn rol beperkt: ik heb af en toe wat nagels geraapt en paletten met nagels die uitstaken opgeruimd, maar dat was hoogstens tien keer op de hele vakantie’.



Dat de bouwspeelplaats er al snel rommelig en ‘vuil’ bij lag, is eigen aan deze manier van spelen. En ook al spraken sommigen van ‘klein Calais’, naar de kampen van transmigranten die vorige zomer voortdurend in het nieuws waren, toch omarmde de buurt de bouwspeelplaats al snel. Het pleintje ligt midden in een sociale woonwijk met een heel gemengd publiek van senioren, mindervaliden, en jonge gezinnen. Door de snelle organisatie van de bouwspeelplaats was de buurt niet over het idee geraadpleegd, terwijl het pleintje wel dicht aansluit op huizen en achtertuinen. Maar dat bleek erg goed uit te pakken: de bouwspeelplaats zorgde voor leven in de wijk en extra contacten tussen de buurtbewoners. ‘Het is een wijk met een bont publiek’, aldus Evi. ‘Veel omwonenden zaten van op hun terras te kijken naar hoe de kinderen aan het timmeren waren. ‘Dat gaat instorten!’ riepen ze dan (lacht). Dat was wel plezant.’
Zomerbar
Als ontmoetingsplaats van kinderen werd het pleintje ook meer en meer ‘hun’ plek. Zo kwamen enkele kinderen op het idee om de zomer af te sluiten met een zomerbar. Evi: ‘Dan kwamen ze met vier, vijf kinderen naar hier op de jeugddienst. We hebben daarover vergaderd: jij zorgt voor dit en dat… Ik heb hen ondersteund, maar ze hebben dat wel zelf in handen genomen. Een boodschappenlijst maken, uitnodigingen versturen…’



‘Dat was een zondagvoormiddag’, vult Bernard aan. ‘Ze zijn om zeven, acht uur opgestaan om tafels en stoelen te zetten. ‘En mogen we muziekinstallatie gebruiken?’ Ze hebben één van de bouwsels gebruikt als bar. En heel de buurt was daar.’
Deze zomer is er opnieuw een bouwspeelplaats in Kuurne. Nu duidelijk is dat het initiatief aanslaat en dat materiaal vinden geen probleem vormt, mag het nog iets ambitieuzer, met wat meer promotie, een modderkeuken voor de kleuters, een workshop om die modderkeuken in elkaar te steken en een speelse afsluiter. Maar de kern blijft: gewoon buitenspelen en bouwen op een buurtpleintje, op een gewone zomerdag.

Een bouwspeelplaats in de buurt, hoe doe je dat?
- Iemand die het project ‘trekt’ is een must: om het materiaal bijeen te krijgen, en als aanspreekfiguur voor kinderen en ouders. Als buurtbewoner houdt hij of zij de bouwspeelplaats een beetje in het oog, ruimt nu en dan eens wat rondslingerende spijkers op (het voornaamste gevaar!), en hij/zij is de persoon waar kinderen het materiaal gaan halen. Je hoeft echter niet altijd ter plaatse te blijven. Een materiaalhok ter plekke kan erg handig zijn.
- Materiaal (zoals paletten, grotere en kleinere planken, MDF-platen) werd opgehaald bij bedrijven uit de buurt. Via het containerpark zorgde de gemeente voor afdekzeilen, autobanden en pvc-buizen. Hamers, zagen en spijkers werden door de gemeente aangekocht.
- Onze eigen tips om te bouwen met pallets vind je in dit artikel!
- Belangrijk zijn een veilige en centrale, bereikbare ligging van de plek zelf, en een zekere afbakening, zodat de bouwwerken zich niet blijven uitbreiden.
- Je maakt ook het best goeie afspraken: bijvoorbeeld dat kinderen ook het materiaal van gebouwde constructies mogen gebruiken, als andere kinderen er niet meer aan bezig zijn.
- Wie toezicht houdt, heeft een terughoudende rol: het zijn de kinderen zelf die bouwen, dingen uitproberen, en opnieuw beginnen als het mislukt.
- Probeer aandacht te hebben voor verschillende leeftijden: kleuters gaan nog niet aan het timmeren, maar waarom geen modderhoek in de bouwwerf integreren? Een variatie aan kleiner en groter hout maakt timmeren en bouwen voor kinderen van verschillende leeftijden haalbaar.
- Bankjes, een afdakje en wie weet zelfs een drankje: voor de kinderen, maar ook voor ouders en buurtbewoners die graag toekijken en met elkaar aan de praat gaan, is dat prettig.
- Ondersteuning van de gemeente maakt de bouwspeelplaats tot een legitieme plek ‘om naartoe te gaan’ voor ouders en kinderen. Dat het iets is ‘van de gemeente’ werkt drempelverlagend.
- Extra inspiratie en plezier kun je bieden door in het begin van de zomer een workshop te organiseren en af te sluiten met een buurtfeest of spelnamiddag op de bouwspeelplaats zelf.